Afgelopen week had ik een talentsessie met een team van een landelijk vervoersbedrijf. Voor het opsporen van iemands talent gebruik ik doorgaans een eigen aanpak. Dit keer niet. Ik heb meegedaan in een oefening om een algemeen bruikbare aanpak uit te proberen. Om iemand wakker te maken voor diens eigen talent, werden er drie vragen gesteld:
- Waar ben ik goed in?
- Wat was mijn beste moment afgelopen week?
- Wat bij de ander roept steevast je frustratie op?
Ik werd het meest geïntrigeerd door de antwoorden op vraag 2.
Om te beginnen noemde de helft van de mensen een voorbeeld uit de privésfeer. Dat had ik niet verwacht. We zaten immers in een werkgerelateerde sessie. Ik was dus verrast en ook blij. Want de privévoorbeelden illustreren, dat talent een diepe eigenheid is van de betrokken mens. En diens natuurlijke talent manifesteert zich net zo goed in de privé- als in de werksfeer.
Vervolgens kwam het voor mij meest opmerkelijke punt. Een aantal mensen noemden als beste moment een gebeurtenis die hen trots of blij had gemaakt. Allemaal voorbeelden die prima te volgen waren voor iedereen. Echter mij viel op dat betrokkenen alleen hun beleving noemden. Niet hun eigen aandeel in het voorval. Waardoor de werking van hun eigen talent onzichtbaar bleef. Iemand noemde bijvoorbeeld dat hij super trots was op zijn zoon, omdat die na veel omtrekkende bewegingen zijn hbo-diploma had gehaald. Ik vroeg toen of hij dit heuglijke feit in verband kon brengen met zijn type vaderschap. Die vraag moest ik nog eens herhalen. Toen viel pas het kwartje. De man noemde uiteindelijk zijn voortdurend motiveren als aandeel in het geslaagde leerproces van zijn zoon. Motivator is uiteindelijk zijn talentwoord geworden.
Dat vond ik leerzaam. Wij lopen het risico de werking van ons talent of niet te zien, of als vanzelfsprekend te nemen. Terwijl ons talent een oorzaak is. In ons talent veroorzaken wij (mede) een resultaat dat er zonder onze inzet niet zou zijn. Jezelf zo belangrijk maken heeft niets met ego te maken. Het geeft alleen maar aan, dat iedereen ertoe doet. Dat iedereen een kleine of grote talentvolle bijdrage kan leveren. Eigenlijk dat iedereen onmisbaar is.