Ik ken een tuinman die 300 jaar voor loopt. Ik ontmoette hem in een sessie ‘Talent op de Werkvloer’ met zijn tuinteam.
Jos is een grote kerel die zijn woordje klaar heeft. Toen ik hem echter tijdens de talent-benoem-oefening vroeg wat hij goed kan, stokte het praten. Zelfs zolang dat het gesprek met zijn collega’s verder ging. Dat kwam op Gay Pride, op Poetin, op vrouwen in de directie. Ik weet niet meer waarom. Toen riep Jos plots: ‘Dat met die discriminatie hadden ze 300 jaar geleden al op moeten lossen!’ Toen ik hem vroeg: ‘Weet jij ook wat er de volgende 300 jaar gaat gebeuren?’, bleek hij daar hele ideeën over te hebben. Na wat praten vonden we alsnog zijn talent: buiten kaders denken. Hij las Perzische gedichten om een andere kijk op Nederland te ontwikkelen, zag tal van nieuwe marktkansen voor het bedrijf.
Het is een illustratie van je talent zien als je ‘onbedwingbare neiging’. Een neiging die voor jou volstrekt vanzelfsprekend is maar voor de buitenwereld vreemd. Immers, het is een unieke neiging. Jos had lang niet altijd positieve reacties gekregen op zijn grote ideeën om iets ‘buiten de kaders’ te doen. Daarom hield hij ze tijdens zijn dagelijks werk in. Maar laten kon hij het ten diepste niet. Dus dan maar boeken lezen en OR-lid worden. En ook wel klagen natuurlijk, over dat de hoge heren het niet snappen.
Waarom moet het zo moeilijk? Laten we de natuurlijke drang die in ieder mens schuilt, benutten. Het is energie die alleen maar de ruimte hoeft te krijgen. Je talent-in-één-woord kennen, helpt daarin. Zodra je je van je talent bewust bent, groeit het. Jos besloot bijvoorbeeld ter plekke een specifiek ‘dingetje’, zoals hij het noemde, in zijn dagelijks werk vaker te doen: met weinig middelen veel bereiken. Opeens zag hij dat als een toepassing van zijn talent.